3 november 2011

In de wereld van de koormuziek is het onvermijdelijk dat je een van de twee woorden wel eens tegenkomt. Koren zingen over het algemeen arrangementen. Althans, dat dénken ze.

‘The Collegiate A Cappella Arranging Manual’

Als je een beetje geinteresseerd bent in het arrangeren, kan ik je een boek aanraden: The Collegiate A Cappella Arranging Manual van Anna Callahan. Een redelijk eenvoudig en zeer duidelijk geschreven boek.


De auteur heeft het over drie verschillende soorten schrijfwijzen voor koren, namelijk:

  • transcribing
  • “transanging”
  • arranging

Transcribing

Transcribing is de term die de schrijfster gebruikt om aan te geven dat het hier gaat om een letterlijke kopie van een arrangement van een andere (a cappella)groep.

Ze beschouwt dit als een belangrijke oefening in het arrangeren. Je moet namelijk goed je oren gebruiken bij het vinden van de technieken die door een andere arrangeur gebruikt zijn. Op deze manier leer je enorm veel technieken.

“Transanging”

Deze term is door de auteur zelf bedacht om het fenomeen te benoemen dat we hier vaak arrangementen noemen.

In het boek geeft ze zelf een uitleg:

transange ww. transanged, transanging, transangement; het omwerken van een song, oorspronkelijk gespeeld met instrumenten naar een a cappella-arrangement zonder dat je grote ingrijpende veranderingen aanbrengt in melodie, harmonie, structuur of stijl.

Transanging omvat vaak simplificatie, aanpassingen in omvang, toewijzen van de klanken in de begeleidingsstemmen en andere modificaties van het origineel, maar het blijft altijd onmiskenbaar herkenbaar het origineel.

Arranging

Dit is wat de auteur zelf het ‘ware’ arrangeren noemt. Het nemen van de melodie en akkoorden van een nummer en het substantieel veranderen. Dit kan door o.a. akkoorden vervangen door andere akkoorden en wijzigingen aanbrengen in de melodie. Je creëert dan als het ware een compleet nieuw en eigen stukje muziek vanuit de basis van een bestaande song.

Wat je vaak bij koren hoort, zijn eigenlijk de zogenaamde ‘transangements’. Je hoort duidelijk het origineel terugkomen. Dit is natuurlijk slim, want een koor wil meestal dat nummer ook zingen zoals het ook op de radio klinkt.

Wat ik als arrangeur het leukste vind om te doen, is toch het ‘echte’ arrangeren. Met de melodie en akkoorden spelen en iets verrassend maken van een bestaand nummer; de luisteraar op het verkeerde been zetten.

Als koor kun je dat niet altijd doen, want zoals een koorlid laatst tegen me zei: het publiek wil ook dingen kunnen herkennen, dus doe niet te moeilijk!

Maar eens in de zoveel tijd is het natuurlijk erg leuk om eens een verrassend arrangement te nemen van een nummer, in plaats van een transangement.

Rogier IJmker is sinds het jaar 2000 professioneel bezig met het dirigeren en arrangeren voor koren. Alle ervaring en kennis die hij heeft opgedaan in al die jaren wil hij nu delen via www.dirigentenacademie.nl.

Verder is hij dirigent van drie koren en schrijft hij arrangementen voor koren en vocal groups in binnen- en buitenland, voor (semi-)professionele maar ook amateurgezelschappen.

  • Hallo Rogier,

    Over het aangeven van de begintonen … voordat het koor begint te zingen.
    Is het niet het handigst (elke groep pakt dan vanzelf zijn eigen toon) om deze aan te geven in altijd dezelfde volgorde:
    bas – tenor – alt- sopraan?
    (ik denk dat ik niet anders gewend ben …)

    • Hoi Fon,

      Ja, dat is het meest logische. Alleen wanneer de bas niet de grondtoon maar bijvoorbeeld een septiem zingt, is het heel onhandig eerst de bas aan te geven. De bedoeling bij het aangeven van de tonen is, dat je een referentiekader schept die logisch in het gehoor klinkt voor je koorleden. Wanneer je begint met een toon die niet in de basisdrieklank aanwezig is, schep je eigenlijk een stukje verwarring.

      De regel van het aangeven van de tonen is achtereenvolgens 1 – 5 – 3 – 7 en dan alle andere toevoegingen.

  • {"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
    >