Door mijn communicatie met de bezoekers van mijn website krijg ik vaak reacties terug. Erg leuk allemaal, maar het blijft allemaal maar een beetje in mijn mailbox ‘hangen’.
Deze week kreeg ik onderstaande reactie op mijn idee dat we hier in het ‘verontwikkelde’ westen zingen en bewegen op de een of andere manier hebben weten los te koppelen waardoor we de koppeling tussen onze stem en ons lichaam een beetje zijn kwijtgeraakt.
Ik ben benieuwd naar jouw gedachte hierover. Is het echt zo? Wat kan eraan gedaan worden? Is het geen probleem….of juist wel? Laat onder het artikel jouw reactie achter.
***
Beste Rogier IJmker,
In het seizoen 2011-2012 ben ik voor het eerst bij een projectkoor gaan meezingen, het Stabat Mater van Karl Jenkins. Wat me enigszins verbaasde over de instructies van de dirigent was dat je niet mag ‘bewegen’.
Van nature ben ik daar namelijk wel toe geneigd, en ik mag graag Afrikaanse zang en dans zien. Maar ik kan me voorstellen dat een swingend Stabat Mater, waarbij iedereen op z’n eigen (Hollandse) manier daar fysiek uiting aan zou geven, een onrustig beeld veroorzaakt voor publiek.
De enige beweging die gearrangeerd werd was het slot van het Cantus lacrimosus, waar 7 x ‘stabat Mater dolorosa’ gezongen wordt. We keken elke keer een beetje (niet te overdreven) een andere (afgesproken) kant op.
Ik ben dus geen koordirigent doch deelnemer. En ik speel ruim 10 jaar viool, daarmee heb ik wat meer ervaring dan met zingen. Maar een vergelijk is wel mogelijk. Het is een beetje afhankelijk van de muziek en de setting in welke mate ik beweeg. Met energie spelen (of zingen) is altijd gewenst.
Vanuit rust, balans en concentratie spelen is ook altijd gewenst. Met het Klezmerensemble of een solostuk (Suzukimethode) gebruik ik meer expressie dan wanneer ik in het orkest speel, vooral met een uitvoering. Ik heb eens een ander ensemble zien optreden waarin één violiste erg enthousiast bewoog. Ik vond het a) geen gezicht b) overkill (gaat ten koste van finetuning).
Zoiets heb ik ook eens bij een gospelkoor gezien, dat één iemand eruit sprong. In dit geval dacht ik: waar blijft de rest!?
Ik ben het ermee eens dat we hier de koppeling tussen stem (of viool) en lichaam een beetje zijn kwijtgeraakt. Je ziet het aan veel kinderen die viool spelen en het goed doen op school, maar weinig sporten of buiten spelen. Die staan met overstrekte knietjes en holle rug en zitten nogal ‘in hun kop’. Mijn viooldocent krijgt die gewoontes er moeilijk uit (veel bewegen tussendoor).
Mijn conclusie is denk ik dat met repeteren meer beweging ingezet kan worden om die verbinding tussen lijf en hoofd beter te leggen en te leren voelen. Dat komt de zangprestaties ten goede. Bij een uitvoering zal er minder ruimte zijn voor persoonlijke fysieke vertolking, dient het individu de groep en komt alle voorbereiding in zijn geheel tot uiting in de zangkwaliteit.
Zomaar even wat commentaar. Van mij mag er best nog wat meer beweging in. Cultuurverandering heeft tijd nodig. Ik denk dat we als Nederlanders al heel wat losser zijn dan 30 jaar her. En gelukkig zijn er veel kinderen die zingen en dansen. Alleen het onderwijssysteem blijft nogal achter. Bedankt voor alle tips en aanwijzingen. Zeer te waarderen dat je je ideeën zo uitdraagt.
***
Deze reactie is met toestemming van de afzender geplaatst. De afzender heeft ervoor gekozen om anoniem te blijven.
persoonlijk vind ik het lastig om stil te blijven staan als ik zing, ik hou echter ook niet van geregisseerde bewegingen. Ik moet het ritme kunnen voelen, vooral als ik jazz of gospel zing!!!
Groetjes,
Claudia
Ik heb een aantal weken geleden een workshop koorregie bij Meta gevolgd, en dat was erg leuk en leerzaam. Persoonlijk ben ik ook van het “gewoon lekker zelf en los bewegen”, eigenlijk ‘doen we geen pasjes’ op onze koren. Maar omdat er toch een paar leden om wat meer vroegen, heb ik een paar oefeningen gedaan om wat bewustzijn te kweken, met gelukkig resultaat! Nu gaan we met een paar nummers toch wat gelijker en afgestemder bewegen, gewoon om te zien hoe het lijkt en gaat. Maar de overige liedjes gaan we (zoals in onze opzet ook beschreven staat) “ons-zelf-zijn” 🙂
Uit ervaring als dirigent en zangleerkracht, weet ik dat een beweging die aansluit bij een gezongen toon of sprong, het correct zingen kan beïnvloeden!
In de positieve zing weliswaar.
Ik werd eens bij een jeugdkoor, allemaal meisjes tussen 12 en 18 jaar, geroepen als stemcoach. Ze zongen een eenstemmig engels lied en de dirigent kreeg het niet zoals hij wilde.
Maar kon geen oplossing vinden, zocht het erg technisch, gaf zelf instructies op gebied van stemplaatsing enzo,…
En vroeg toen om raad.
Ik heb de meisjes in een kring gezet, met de armen over elkaars schouders, ogen gesloten en gezegd dat ze mochten wiegen op de muziek, was een rustig lied, en dan moesten zingen met contact, zowel met de oren als lichamelijk…
En ze zongen ineens wél de noot juist die daarvoor niet wilde lukken,…
Onlangs nog een kinderkoor gehoord, dat een lied zong met refrein en strofes, in het refrein kwam de hoogste noot er nooit goed uit, tot ze de laatste keer erbij mochten bewegen,… ze zongen ze perfect.
Beste Rogier en alle lezers,
Ik krijg het gewoonweg niet voor elkaar om bij een vrolijk, opzwepend muziekstuk (klassiek of pop of anders) keurig stil te blijven staan, niet als zanger maar ook niet als dirigent.
Tegelijk besef ik ook heel goed dat er een groot risico in zit: elke lichamelijke beweging hoor je terug in de zang als je niet oppast. Als dirigent zijnde, kan elke beweging teveel, gewoonweg té veel zijn en averechts werken.
Als dirigent is mijn (lichamelijke) enthousiasme een kracht dat ervoor zorgt dat het koor ook enthousiast durft te zijn, daardoor ontspant en meer vrijuit zingt en zowaar plezier beleeft aan hun hobby in plaats van als nachtmerrie met doodsangsten.
Is het een probleem? Nee dat denk ik niet. Misschien dat sommigen het wel/niet bewegen als een probleem zien maar dat is heel persoonlijk en geldt niet voor iedereen. Er zijn er ook genoeg die ‘moeten bewegen’ (helemaal als er een choreografie/enscenering is) als een probleem ervaren, vooral wanneer ze dat niet gewend zijn want zingen is wat anders dan dansen of welke andere sport ook.
Ik merk wel degelijk dat de lichamelijke beweging de zangers helpt om uit hun hoofd te raken en gemakkelijker gewoon lekker zingen dan te proberen zo goed mogelijk te zingen door daarover na te denken.
Ik ben voor persoonlijke en indien mogelijk ook lichamelijke expressie van elk muziekstuk. Als koor moet je wel achter een en dezelfde expressie staan, zelfde interpretatie hebben van een stuk dus al iets minder persoonlijk. Je moet de verwarring bij elkaar maar ook bij het publiek voorkomen als iemand er qua zang dan wel qua beweging er uit schiet: dat gaat ten koste van de ervaring van de muziek.
Daarom probeer ik als dirigent mijn koor te laten genieten van hun hobby door hen te laten ontspannen vanuit beweging, hoe licht ook. Beweging kan dan ook zijn: je mondhoeken omhoog krullen zodat er een glimlach ontstaat: werkt fantastisch! Less=more!
Dag Helma,
Helemaal top. Mooi om te lezen hoe jij er in staat!