Ik was met een van mijn groepen op een fantastisch en gezellig festival in Zevenbergen. Ik kwam daar in gesprek met een van mijn collega’s, en kennelijk was haar opgevallen dat mijn groep aan het ‘grooven’ was. “Hoe doe je dat?” was haar vraag.

The Intelligent Choir

Jim Daus HjernøeWaar het allemaal op terug komt is een methodiek die ontwikkeld wordt door Jim Daus Hjernøe. Hij is professor aan het conservatorium van Aalborg, Denemarken, en alles in dit artikel heb ik te danken aan hem, maar ook de mensen die hij om zich heen heeft en deze methodiek uitdragen.

Een onderdeel van deze methodiek is dat je weet waar je het over hebt wanneer je praat over ‘groove’. Een van de dingen die hij hierover zegt is dat muziek ‘grooved’ wanneer iedereen zingt in exact hetzelfde tempo en met exact hetzelfde gevoel in divisies van de tel.

In andere woorden zegt hij dat wanneer iedereen de onderliggende subdivisies voelt in hetzelfde tempo, er sprake is van ‘grooven’.

Subdivisies?

Om even een voorbeeld te geven van wat bedoeld wordt met subdivisies heb ik hieronder een ritme afgebeeld.

subdivisies ritme 1

Om dat ritme helemaal strak te krijgen is het dus belangrijk dat iedereen voelt en weet dat er een onderliggend ritme aanwezig is waarop elke noot geplaatst kan worden:

subdivisies ritme 2

Alle tussenliggende noten zou je ook ‘ghost notes’ kunnen noemen. Je kunt ze op de een of andere manier hoorbaar maken door de ruimte tussen de ‘hoofdnoten’ op te vullen met geïmproviseerde geluiden.

Kodály

Om het fenomeen van subdivisies te oefenen, gebruikt Jim een aantal oefeningen. Naar mijn inzicht maakt hij gebruik van de methode van de Hongaarse componist en muziekpedagoog Zoltán Kodály.

Kodály ontwikkelde een methode waarmee muziekonderwijs voor kinderen toegankelijker werd en het mooie is dat deze methode ook heel goed werkt op iedereen die in een koor zingt. De klanken die ik in mijn praktijk gebruik wijken iets af in de klanken die Kodály gebruikt, maar het principe is hetzelfde:

ritme klanken

De Oefening

Wat je met het inzingen zou kunnen doen, is dat jij als dirigent met je vingers aangeeft welk ritme je wilt horen.

Neem eerst een mooi basistempo. Neem dit niet te snel, rond de 55 bpm is mooi. Laat iedereen dit tempo in het lijf voelen daar ze mee te laten stappen. Let er wel op dat er niet versneld wordt. Dit is vaak een valkuil.

Zonder wat te zeggen laat je je wijsvinger zien aan de groep, met de rug van de hand naar de groep toe, en zeg je zelf ‘Da’. De tweede keer doet de groep je wel na. 😉 Oefen dit nu een paar keer met de groep. Terwijl je doorstapt in het tempo laat je op verschillende plekken in de maat je zangers de kwartnoot spreken.

Met de achtste noten doe je precies hetzelfde. Je laat even merken dat er iets nieuws komt en je laat nu twee vingers zien en spreekt ‘Die da’. Allemaal in hetzelfde tempo. Wanneer je zangers dit doorhebben kun je de achtste noten met de kwartnoten afwisselen.

Dit doe je ook met de zestiende noten. Deze wissel je dan ook weer af met de achtste noten en kwartnoten.

De triool geef je aan met drie vingers omhoog in de ene hand en de andere hand er als een dakje overheen. Een triool wordt vaak met een boogje, onderbroken door een drie’tje, aangegeven. Dit lijkt daar dan weer op.

Let Op

Waar je op moet letten bij deze oefening is dat je op tijd laat zien aan de groep welk ritme je wilt horen. Daarnaast is het ook belangrijk dat je genoeg rust tussen de ritmes inbouwt.

Wanneer je wat oefening hebt gehad, kun je ook de groep nog in tweeën splitsen en met twee handen ‘tweestemmig’ werken. 😀

Genoeg uitdaging weer, toch? Maak jij trouwens gebruik van de Kodály methode voor jouw koor? Ik ben benieuwd naar je ervaringen. Laat ze hieronder alsjeblieft achter. Daar leer ik ook weer enorm van! 😀

Rogier IJmker is sinds het jaar 2000 professioneel bezig met het dirigeren en arrangeren voor koren. Alle ervaring en kennis die hij heeft opgedaan in al die jaren wil hij nu delen via www.dirigentenacademie.nl.

Verder is hij dirigent van drie koren en schrijft hij arrangementen voor koren en vocal groups in binnen- en buitenland, voor (semi-)professionele maar ook amateurgezelschappen.

  • Ha Rogier,
    Leuke inspiratie. Benieuwd hoe je van de basis naar de meer ingewikkelde figuuurtjes overgaat.
    En de rusten…? Bestaan daar ook gebaren voor?

    • Dag Bas,

      In mijn ervaring heb ik nog geen ingewikkelde figuurtjes nodig gehad.

      Het gaat erom dat je lastige ritmes in arrangementen en andere stukken beter kunt aanpakken en dat dit dan ook gaat grooven. Daarvoor is deze basis super en kun je hier heel lang mee vooruit.

      Wanneer er nog meer te vertellen valt, zal ik dat natuurlijk meteen delen! 😀

  • Ritmische vaardigheden blijven voor een (amateur)koor, laten we maar zeggen, een uitdaging. Om de ritmes zoals Rogier ze laat zien, te leren beheersen is een uitgebreide ritmische scholing nodig. Daarbij blijft het een opvallend verschijnsel dat instrumentalisten in het algemeen een grote voorsprong wat ritme betreft, hebben op vocalisten. Veel saxofonisten, trompettisten en pianisten hebben er totaal geen probleem mee om complexe ritmes te zingen (ik weet dit, omdat ik 34 jaar Muziektheorie aan het Rotterdams Conservatorium heb gedoceerd). Er is veel tijd, geduld maar juist ook inzet van het koor nodig om complexe ritmes (jazz, funk) te leren beheersen. Misschien is een workshopje ‘Bodypercussion voor koren’ een leuk begin…? 😉

    Lex Hakker
    (componist/arrangeur)

  • Marianne Mol schreef:

    Om mijn koor de Groove van Latin en Jazz te laten voelen ben ik begonnen met Afrikaanse inzingers. Daarbij voeg ik bodypercussie, maar, inderdaad, het valt niet mee, niet iedereen heeft een goed ritmisch gevoel. Syncopen op een jazzy manier zingen noem ik het “duwtje in je rug”. De “Doe-wah’s” zijn daar erg geschikt voor heb ik gemerkt. Ik zou ook graag willen inzingen/ritmisch opwarmen met gebruik van Boomwhackers. Wie een leuke tip heeft? Graag!

  • Ik heb nog ’s nagedacht over het swingen en grooven van een koor en de obstakels die daar een rol bij kunnen spelen. Een van die obstakels is, naar mijn mening, de mentaliteit van veel van de (amateur)koren in Nederland. We leven blijkbaar in het ‘gezellig en leuk-tijdperk’: we zijn een gezellig koor en we zoeken een leuke dirigent!! Er wordt nogal een voorbijgegaan aan het gegeven dat het verhogen van een niveau niet altijd met ‘leuke gezelligheid’ gepaard kan gaan. Voor het verkrijgen van ritmische accuratesse en een overtuigende swing- of funktiming zijn vele uren studie nodig. En vele uren studie past niet zo in ons ‘leuk en gezellig-tijdperk’.
    Een significant verbeterde ritmische vaardigheid begint met een andere mentaliteit…

  • Nico Boulanger schreef:

    Zeer interessant! Ik ben van plan dit in mijn muzieklessen (notenleer) te gebruiken. Wel zal ik als klanken het ‘Takadimi’ systeem gebruiken en dit nadien dan ook overbrengen naar het leren van notatie. Heb het al even uitgeprobeerd bij mijn collega op de bureau. Geweldig goed combineerbaar! Bedankt voor deze post!

  • {"email":"Email address invalid","url":"Website address invalid","required":"Required field missing"}
    >